-
Esther (Greek) 10
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
- 4 En Mordechai zeide: Deze dingen zijn van God geschied.
- 5 Want ik gedenk aan de droom, die ik van deze dingen gezien heb, want geen dezer is voorbijgegaan.
- 6 De kleine fontein is een rivier geworden, en daar was licht, en een zon en veel water. Deze rivier is Esther, die de koning getrouwd en tot koningin gemaakt heeft.
- 7 De twee draken nu zijn ik en Haman.
- 8 En de heidenen die tezamen gekomen waren om de naam der Joden te verdelgen;
- 9 En mijn volk is het volk van Israël, die tot God riepen en behouden zijn, en de Here heeft zijn volk behouden, en de Here heeft zijn volk verlost uit al deze ongevallen, en God heeft deze grote tekenen en wonderen gedaan, welke onder de heidenen niet geschied zijn.
- 10 Daarom heeft hij twee loten gemaakt, het ene voor het volk Gods, en het andere voor al de heidenen.
- 11 En deze twee loten zijn voor God gekomen op de ure en tijd en dag des gerichts, hetwelk onder alle heidenen is bestemd;
- 12 En God is zijns volks gedachtig geworden, en heeft zijn erfdeel gerechtvaardigd.
- 13 Daarom zullen deze dagen hun tot vierdagen zijn, in de maand Adar, op de veertiende dag der maand, met vergadering, en vreugde, en vrolijkheid voor God, door elk geslacht in eeuwigheid onder zijn volk.
-
-
King James Version (kjv)
- Afrikaans
- Albanian
- Arabic
- Armenian
- Basque
- Breton
- Calo
- Chamorro
- Cherokee
- Chinese
- Coptic
- Croatian
- Czech
- Danish
- Dari
- Dutch
-
English
American King James Version (akjv) American Standard Version (asv) Basic English Bible (basicenglish) Douay Rheims (douayrheims) John Wycliffe Bible (c.1395) (wycliffe) King James Version (kjv) King James Version (1769) with Strongs Numbers and Morphology and CatchWords, including Apocrypha (without glosses) (kjva) Webster's Bible (wb) Weymouth NT (weymouth) William Tyndale Bible (1525/1530) (tyndale) World English Bible (web) Young's Literal Translation (ylt)
- English and Klingon.
- Esperanto
- Estonian
- Finnish
- French
- German
- Gothic
- Greek
- Greek Modern
- Hebrew
- Hungarian
- Italian
- Japanese
- Korean
- Latin
- Latvian
- Lithuanian
- Malagasy
- Malayalam
- Manx Gaelic
- Maori
- Mongolian
- Myanmar Burmse
- Ndebele
- Norwegian bokmal
- Norwegian nynorsk
- Pohnpeian
- Polish
- Portuguese
- Potawatomi
- Romanian
- Russian
- Scottish Gaelic
- Serbian
- Shona
- Slavonic Elizabeth
- Spanish
- Swahili
- Swedish
- Syriac
- Tagalog
- Tausug
- Thai
- Tok Pisin
- Turkish
- Ukrainian
- Uma
- Vietnamese
Favourite Verse
You should select one of your favourite verses.
This verse in combination with your session key will be used to authenticate you in the future.
This is currently the active session key.
Should you have another session key from a previous session.
You can add it here to load your previous session.
